Het hart is een grote spier en bestaat uit een rechterboezem, rechterkamer, linkerboezem en linkerkamer. Het hart pompt zuurstofrijke bloed vanuit de kamers door het lichaam. Het bloed komt terug in de boezems nadat het overal zuurstof heeft achtergelaten. Vier hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de juiste richting stroomt.
Soms onstaan er hartproblemen zoals:
● Hartspierziekte (cardiomyopathie): het hart pompt minder goed
● Hartritmestoornissen: het hart klopt te snel, te langzaam of onregelmatig
● Ontsteking van het hartzakje (pericarditis)
● Hartklepaandoening: een of meer hartkleppen openen of sluiten niet goed
● Vernauwing van de kransslagaders: er komt onvoldoende zuurstof in het hart
Je kunt een aantal dingen doen om de kans op hartproblemen te verkleinen, zoals gezond leven.
Iedereen, ook mensen die geen kanker hebben gehad, kan hartproblemen krijgen. Maar sommige kankerbehandelingen kunnen de kans vergroten.
De volgende behandelingen kunnen de kans op hartproblemen vergroten:
● Radiotherapie (15 Gy of meer) op het hart of op een gebied waarin het hart ligt kan cardiomyopathie, hartritmestoornissen, pericarditis of een hartklepaandoening veroorzaken.
● Chemotherapie met anthracycline, zoals doxorubicine, daunorubicine, epirubicine en idarubicine (totale dosis 100 mg/m² of meer) kan cardiomyopathie of hartritmestoornissen veroorzaken.
● Mitoxantrone kan cardiomyopathie en hartritmestoornissen veroorzaken.
● Na radiotherapie in combinatie met anthracycline en/of mitoxantrone is de kans op hartproblemen groter.
Hartproblemen komen vooral voor na hoge doses, maar ontstaan af en toe ook na lage doses. De kans op hartproblemen is groter als je op jonge leeftijd bent behandeld. Je kunt in de samenvatting van je behandeling zien of je een of meer van deze behandelingen hebt gehad. Als je geen samenvatting hebt, kun je contact opnemen met de LATER-poli of het ziekenhuis waar je behandeld bent. Hartproblemen hoeven niet altijd door de behandeling te komen. Er kunnen andere oorzaken zijn, zoals hoge bloeddruk, overgewicht en obesitas, een verstoorde suikerstofwisseling en suikerziekte, dyslipidemie, roken en ouder worden. Je hebt ook meer kans op hartproblemen als deze vaak in je familie voorkomen.
Bepaalde klachten en signalen kunnen wijzen op hartproblemen. Ook al heb je deze klachten en signalen op dit moment niet, toch is het belangrijk dat je ze (her)kent voor het geval je ze ooit krijgt.
De volgende klachten en signalen kunnen wijzen op hartproblemen:
● Ongewone kortademigheid, bijvoorbeeld bij traplopen
● Je erg moe of slap voelen
● Duizeligheid of een licht gevoel in je hoofd
● Niet kunnen slapen terwijl je plat ligt
● ’s Nachts vaak moeten plassen (vaker dan twee keer)
● Dikke benen, enkels of voeten
● Pijn of drukkend gevoel op de borst
● Fladderend gevoel in de borst
● Veel zweten
Als je een van deze klachten of signalen herkent, neem dan contact op met je huisarts of LATER-arts. Bij hartproblemen is een snelle diagnose en behandeling belangrijk. Wanneer je regematig op de LATER-poli komt, zijn eventuele hartproblemen waarschijnlijk al opgemerkt voordat je klachten krijgt.
Als je een verhoogde kans op hartproblemen hebt, is het advies om ten minste om de 5 jaar naar je huisarts of LATER-arts te gaan. Afhankelijk van je behandeling kan dit ook vaker zijn. Andere adviezen zijn:
● Je bloeddruk, bloedsuiker en cholesterol regelmatig te laten controleren. Je huisarts of LATER-arts vraagt waarschijnlijk of je rookt, wat je gewicht is en hoe veel je beweegt. Dit zijn factoren die de kans op hartproblemen kunnen vergroten.
● Minstens om de 5 jaar een hartecho te laten maken, te beginnen 2 jaar na het einde van de behandeling. Afhankelijk van de doses radiotherapie en anthracycline, kan een hartecho vaker nodig zijn.
● Als je zwanger wil worden een hartecho te laten maken vóór de zwangerschap en in de eerste drie maanden van de zwangerscha
● Een ECG (elektrocardiogram) te laten maken bij het eerste LATER-bezoek en/of na je 18e verjaardag. minimaal 1x op volwassen leeftijd. Bij toekomstige nieuwe klachten hoeft het ECG niet herhaald te worden.
Wanneer je bij je huisarts of LATER-arts komt, kunnen zij ook:
● Vragen of je eerder hartproblemen hebt gehad
● Een lichamelijk onderzoek doen
● Vragen naar je leefstijl
● Een bloedonderzoek doen. Soms is in het bloed te zien hoe goed het hart werkt. Om hartproblemen vast te stellen, is bijna altijd meer onderzoek nodig.
Als je hartproblemen hebt, verwijst je huisarts of LATER-arts je waarschijnlijk naar een:
● Cardioloog (arts gespecialiseerd in hart en bloedvaten)
Deze bespreekt de behandelmogelijkheden met je.
Het kan moeilijk zijn te weten dat je (een verhoogde kans op) hartproblemen hebt. Zorg vooral goed voor jezelf. Met een gezonde leefstijl kun je de kans op hartproblemen verminderen. Zorg ook voor je mentale gezondheid. Kleine veranderingen kunnen al een positieve invloed hebben op je lichamelijke en mentale welzijn.
Lees meer over kiezen voor een gezonde leefstijl en aandacht voor je mentale gezondheid. Het is belangrijk dat je weet dat je hartproblemen kunt krijgen en dat je de klachten en signalen herkent. Als je vragen hebt of als je je na het lezen van deze informatie zorgen maakt, neem dan contact op met je huisarts of LATER-arts. Praten met vrienden en familie kan helpen. Ook contact met mensen in eenzelfde situatie kan fijn zijn, bijvoorbeeld via een patiëntenvereniging zoals VOX, een onderdeel van de Vereniging Kinderkanker Nederland.
Op deze LATER-website staat ook informatie over:
● Gezonde leefstijl
● Mentale gezondheid
Deze informatie is gebaseerd op PanCareFollowUp guideline about “Cardiac problems” [1], die gebaseerd is op de consensus van verschillende nationale richtlijnen, en the IGHG* guideline for ‘Cardiomyopathy’ [2] en vervolgens waar nodig aangepast aan de Nederlandse LATER-richtlijn.
Vertrouw bij klachten en signalen niet alleen op deze informatie, maar ga naar je huisarts, LATER-arts of specialist.