Tijdens sporten komen er endorfines vrij die je een lekker gevoel geven. Je slaapt beter, voelt minder pijn, hebt meer eetlust en een betere spijsvertering. Het belasten van de botten is bovendien goed voor de botdichtheid. En niet onbelangrijk: samen met anderen bewegen of sporten, geeft het gevoel ‘erbij te horen’. Ook leven mensen die voldoende bewegen langer.
Bewegen is dus belangrijk, zeker voor mensen die als kind kanker hebben gehad. Het helpt late gevolgen uit te stellen of zelfs te voorkomen.
Door dagelijks 30-60 minuten matig intensief te bewegen werk je aan een gezonde levensstijl. Wandelen en fietsen is al genoeg.
Als bewegen moeilijk is
Het kan zijn dat door late gevolgen bewegen niet zo vanzelfsprekend is. Motorische beperkingen, slechte conditie, zwakke spieren, vermoeidheid en overgewicht komen vaker voor na kinderkanker. Ook voor iemand met een verminderd IQ kan (voldoende) bewegen een opgave zijn.
Als je een stok achter de deur nodig hebt, kun je je aansluiten bij een sportclub of sportschool. Verder is het zo dat elke beweging telt. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift, pak de fiets in plaats van de auto en ga wat vaker lopen. Op Kenniscentrum Sport & Bewegen vind je veel informatie, algemene beweegrichtlijnen en beweegrichtlijnen voor mensen met een beperking.
Als je een beperking hebt, zoek dan een vorm van bewegen die binnen je mogelijkheden ligt en die bij past. In het geval dat je een prothese hebt, vind je bij de KortermaarKrachtig naast veel informatie over de prothese zelf, ook informatie over hoe je hiermee kunt bewegen en praktische tips.
Fysiotherapeut
Als je moeite hebt om aan genoeg beweging te komen of tijdens het bewegen klachten hebt, ga dan naar een fysiotherapeut. Deze kan je advies geven en helpen.