Van kinderkanker en de behandeling kun je vermoeid raken, maar vaak komt de energie daarna terug. Soms blijft de vermoeidheid echter maanden tot zelfs jaren bestaan. Wanneer je doorlopend moe bent en niet opknapt door rust te nemen, gaan je dagelijks leven en je emotionele welzijn eronder lijden.
Iedereen, ook mensen die nooit kanker hebben gehad, kan chronisch vermoeid raken.
De volgende factoren kunnen de kans op vermoeidheid of de ernst ervan vergroten:
- Stress
- Late gevolgen van kinderkanker en/of de behandeling
- Bestraling
- Andere lichamelijke klachten, bijvoorbeeld pijn
- Recidief of een tweede soort kanker
- Ouder worden
Je kunt in de samenvatting van je behandeling zien of je bestraling hebt gehad. Als je geen samenvatting hebt, kun je contact opnemen met de LATER-poli of het ziekenhuis waar je behandeld bent.
Chronische vermoeidheid hoeft niet altijd door kanker of de behandeling te komen, maar kan ook andere oorzaken hebben. Het is vaak moeilijk om gewone vermoeidheid van vermoeidheid na kanker te onderscheiden.
Bepaalde klachten en signalen kunnen wijzen op vermoeidheid. Ook al heb je deze klachten en signalen op dit moment niet, toch is het is belangrijk dat je ze (her)kent voor het geval je ze ooit krijgt.
De volgende klachten en signalen kunnen op wijzen op vermoeidheid:
- Vermoeidheid zonder aanwijsbare oorzaak
- Het gevoel geen energie of kracht te hebben
- Moeite met eenvoudige dingen, zoals je haar kammen of je aankleden
- Minder motivatie
- Moeite met concentratie en geheugen
- Slecht slapen
- Geen zin in seks
- Bang, neerslachtig of humeurig zijn
- Moeite met beslissingen nemen
- Verminderde eetlust of te veel eten
Meestal zijn deze klachten tijdelijk en verdwijnen ze na voldoende rust. Maar als ze lang aanhouden, neem dan contact op met je huisarts of LATER-arts.
Als je last van vermoeidheid hebt, verwijst je huisarts of LATER-arts je zo nodig naar een:
- Specialist in vermoeidheid
- Psycholoog
- Fysiotherapeut
Deze kan je helpen en wijzen op hulpprogamma’s, zoals bewegings- en ontspanningoefeningen, mindfulness en cognitieve gedragstherapie.
Door actief te blijven kun je voorkomen dat vermoeidheidsklachten ontstaan of verergeren. Door regelmatig te bewegen, het liefst in de buitenlucht, houd je je conditie op peil. Zoek de balans tussen wat belangrijk en minder belangrijk is en bedenk waar jij je energie aan wil besteden.
En natuurlijk is een goede nachtrust belangrijk. Daarom geven we enkele tips voor een betere slaap:
- Ga niet overdag slapen. Een powernap van maximaal 10 minuten kan wel.
- Ga elke dag op dezelfde tijd naar bed.
- Begin twee uur van tevoren met het afbouwen van je dag.
- Drink geen cafeïne of alcohol .
- Zorg voor een donkere, koele slaapkamer.
- Zet je telefoon uit en leg hem buiten handbereik.
- Gebruik geen wekker waarop je in het donker kunt zie hoe laat het is.
Leven met (een verhoogde kans op) vermoeidheid kan moeilijk zijn. Praten met vrienden en familie kan helpen. Ook contact met mensen in eenzelfde situatie kan fijn zijn, bijvoorbeeld via een patiëntenvereniging, zoals VOX, een onderdeel van de Vereniging Kinderkanker Nederland.
Zorg vooral goed voor jezelf. Ook al lost het de vermoeidheid niet op, een gezonde leefstijl blijft belangrijk. Zorg ook voor je mentale gezondheid. Kleine veranderingen kunnen al een positieve invloed hebben op je lichamelijke en mentale welzijn. Lees meer over een gezonde leefstijl en mentale gezondheid.
Het is belangrijk dat je weet dat je na kanker vermoeidheid kunt ontwikkelen en dat je de klachten en signalen herkent. Als je vragen hebt of als je je na het lezen van deze informatie zorgen maakt, neem dan contact op met je huisarts of LATER-arts.
Op deze LATER-website staat ook informatie over:
In de PanCare Plain Language Summaries vind je links naar betrouwbare informatie in het Engels.
Je kunt online informatie over slaap zoeken, maar bedenk dat deze soms niet up-to-date of juist is.
Disclaimer
Deze informatie is gebaseerd op de samenvatting van de IGHG guideline about Fatigue, gemaakt door de PanCare Plain Information Group. Vertrouw bij klachten en signalen niet alleen op deze informatie, maar ga naar je huisarts, LATER-arts of specialist.